Voorzorgsmaatregelen bij de installatie van verticale pijpleidingpompen

1) De installatiemethoden worden onderverdeeld in vaste verbindingsinstallaties en flexibele verbindingsinstallaties.

2) Controleer vóór de installatie of de bevestigingsmiddelen van het apparaat loszitten en of het stromingskanaal van het pomphuis niet geblokkeerd is door vreemde voorwerpen. Zo voorkomt u schade aan de waaier en het pomphuis wanneer de pomp draait.

3) De ankerbout moet tijdens de installatie worden vastgedraaid om te voorkomen dat trillingen de prestaties van de pomp bij het opstarten beïnvloeden.

4) Het gewicht van de buis mag tijdens de installatie niet aan de pomp worden toegevoegd om vervorming van de pomp te voorkomen.

5) Om het onderhoud en het veilige gebruik te vergemakkelijken, installeert u een regelklep op de in- en uitlaatleidingen van de pomp en installeert u een drukmeter in de buurt van de pompuitlaat om ervoor te zorgen dat de werking binnen het nominale opvoerhoogte- en stroombereik valt, om de normale werking van de pomp te garanderen en om de levensduur van de pomp te verlengen.

6) Na de installatie mag er geen sprake zijn van wrijving of vastlopen tussen de pompas en het waaier. Anders moet de pomp worden gedemonteerd om de oorzaak te achterhalen.